12/635 WAJONG
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2011, 10/2055 (aangevallen uitspraak)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 22 februari 2013
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. M.H.J. van Geffen, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Namens appellante zijn nadere stukken ingebracht waarop het Uwv heeft gereageerd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 november 2012. Namens appellante is mr. Van Geffen verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M. Sluis.
OVERWEGINGEN
1.1. Met ingang van 16 december 1994 is aan appellante een uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) toegekend, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%, welke uitkering nadien is omgezet in een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
1.2. Bij besluit van 30 maart 2005 heeft het Uwv de Wajong-uitkering van appellante met ingang van 19 april 2005 ingetrokken omdat hij appellante voor minder dan 25% arbeidsongeschikt achtte. Tegen dit besluit is geen bezwaar gemaakt.
2.1. In een schrijven van 13 augustus 2009 heeft appellante verzocht om heropening van haar Wajong-uitkering.
2.2. Bij besluit van 2 november 2009 heeft het Uwv appellante met ingang van 29 april 2009 een Wajong-uitkering toegekend berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Tegen dit besluit heeft appellante bezwaar gemaakt omdat zij zich niet kon verenigen met de ingangsdatum van de Wajong-uitkering.
2.3. Bij besluit van 21 april 2010 (bestreden besluit) heeft het Uwv dit bezwaar ongegrond verklaard en is de Wajong-uitkering van appellante met ingang van 29 mei 2010 ingetrokken.
3. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het door appellante ingestelde beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en hiertoe, voor zover in hoger beroep nog van belang, het volgende overwogen.
3.1. Uit de gedingstukken blijkt volgens de rechtbank dat appellante in het kader van de medische beoordeling voorafgaande aan de intrekking van de Wajong-uitkering met ingang van 19 april 2005 beperkt is geacht vanwege een lichte vorm van mentale retardatie. Verzekeringsarts Pinchasik heeft in haar rapportage van 30 december 2004 de diagnose gesteld dat bij appellante sprake is van mentale retardatie in lichte mate, diabetes mellitus en lage rugpijn, aspecifiek (chronisch) en de beperkingen van appellante weergegeven in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 27 januari 2005. Het besluit van 30 maart 2005 is onherroepelijk geworden. Daarom laat het in het geding zijnde bestreden besluit een oordeel over dit eerdere besluit niet toe.
3.2. Verder stelt de rechtbank vast dat de bezwaarverzekeringsarts in haar rapportage van 1 maart 2010 tot de conclusie is gekomen dat er geen sprake is van een gewijzigde medische toestand ten opzichte van de situatie ten tijde van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek in december 2004. Volgens de bezwaarverzekeringsarts kan niet worden gesteld dat appellante meer beperkt is dan in de FML van 27 januari 2005 is vastgesteld. Naar aanleiding van de in beroep door appellante ingebrachte rapportage van B. Van den Heuvel, psycholoog, en M. Weeda, psychiater, van 11 november 2010 blijft de bezwaarverzekeringsarts in haar rapportage van 4 april 2011 bij haar standpunt dat er geen sprake is van een wijziging in de gezondheidstoestand van appellante ten opzichte van de vastgestelde belastbaarheid in
januari 2005.
3.3. De rechtbank onderschrijft de bevindingen van de bezwaarverzekeringsarts en is van oordeel dat er geen sprake is van toegenomen beperkingen van appellante sinds 2005. Volgens Van den Heuvel en Weeda is de draaglast van appellante wel toegenomen, onder andere door de geboorte van de twee kinderen, maar dit betekent niet dat haar medische klachten en beperkingen zijn toegenomen sinds 2005. Het Uwv heeft dan ook terecht de Wajong-uitkering van appellante met ingang van 29 mei 2010 ingetrokken.
4. In hoger beroep heeft appellante haar gronden in beroep in essentie herhaald. Onder verwijzing naar de rapportage van Van den Heuvel en Weeda heeft de rechtbank volgens appellante miskend dat de toegenomen draaglast haar vermogen om zelfstandig te functioneren negatief heeft beïnvloed. Dit betekent dat haar beperkingen, samenhangend met haar verstandelijke handicap, zijn toegenomen, aldus appellante. Ter onderbouwing van haar stellingen heeft appellante in hoger beroep nog een beeldvormingsverslag van Amsta van juli 2011 ingebracht, ondertekend door G. Nijhof, orthopedagoog/psycholoog, en K. Winkler, ambulant werker.
5. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
5.1. Ter zitting heeft appellante de grond, dat de brief van 13 augustus 2009 moet worden aangemerkt als een verzoek om terug te komen van het besluit van 30 maart 2005, niet langer gehandhaafd. Deze grond behoeft daarom geen bespreking.
5.2. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak met juistheid geoordeeld dat er bij appellante geen sprake is van toegenomen beperkingen sinds 2005 en dat de Wajong-uitkering van appellante terecht met ingang van 29 mei 2010 is ingetrokken. De Raad kan zich geheel vinden in de overwegingen van de rechtbank in de aangevallen uitspraak die tot dit oordeel hebben geleid, zoals weergegeven in rechtsoverweging 3, maakt deze tot de zijne en voegt hieraan nog het volgende toe. Weliswaar melden Van den Heuvel en Weeda dat de draaglast van appellante is toegenomen maar uit hun rapportage blijkt eveneens dat deze toename samenhangt met externe factoren, zoals financiële problemen en problemen bij het opvoeden van de kinderen. Dat deze toegenomen draaglast op enig moment de draagkracht van appellante overschrijdt, zoals Van den Heuvel en Weeda stellen, brengt niet mee dat reeds daarom meer beperkingen moeten worden aangenomen in de FML. Op grond van vaste jurisprudentie dient bij de beantwoording van de vraag of een betrokkene in staat moet worden geacht de in aanmerking komende arbeid te verrichten een problematische thuissituatie buiten beschouwing te blijven (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 31 augustus 2011, LJN BR6452). Dit kan anders zijn indien hierdoor de medische situatie van appellante sinds 2005 is verslechterd dan wel haar beperkingen zijn toegenomen. Hiervan is in de stukken niet gebleken. In tegendeel, Van den Heuvel en Weeda concluderen in hun rapportage juist dat de medische klachten en beperkingen van appellante niet zijn toegenomen sinds 2005. Tegen deze achtergrond is terecht afgezien van het aannemen van meer beperkingen in de FML van 27 januari 2005.
5.3. Het in hoger beroep ingebrachte beeldvormingsverslag van juli 2011 van Amsta leidt niet tot een ander oordeel. Dit verslag geeft geen antwoord op de vraag of de medische situatie van appellante sinds 2005 is verslechterd noch op de vraag of haar beperkingen sinds die tijd zijn toegenomen. Het geeft enkel een algemeen beeld van appellante met adviezen voor haar behandeling in de toekomst. Bovendien wordt, zoals de bezwaarverzekeringsarts in haar rapport van 29 augustus 2012 terecht opmerkt, in dit verslag niet onderbouwd waarom het cognitief functioneren van appellante op ongeveer 8 à 9 jaar wordt geschat, terwijl psychiater Weeda spreekt van een licht verstandelijke beperking. Van den Heuvel en Weeda achten ook geen nader onderzoek aangewezen. Evenals de rechtbank ziet ook de Raad geen aanleiding om een deskundige op het gebied van de psychiatrie te benoemen.
5.4. Uit het onder 5.1 tot en met 5.3 overwogene volgt dat de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, dient te worden bevestigd.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries als voorzitter en C.C.W. Lange en C.P.M. van de Kerkhof als leden, in tegenwoordigheid van K.E. Haan als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 februari 2013.