ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2122
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- E.J. Govaers
- M.A. Hoogeveen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het recht op een WAO-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 februari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een WAO-uitkering aan appellant. Het Uwv had eerder, op 21 juni 2010, besloten dat appellant met ingang van 23 februari 2010 geen recht had op een uitkering op basis van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Dit besluit was gebaseerd op een rapport van de bezwaarverzekeringsarts, die concludeerde dat er geen toename van functionele beperkingen was ten opzichte van de eerder vastgestelde beperkingen in 2007. Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat zijn klachten waren toegenomen en dat hij meer medicatie nodig had, maar de Raad oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts zorgvuldig had gehandeld en dat de medische informatie geen aanleiding gaf om de eerdere conclusies te herzien.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts de medische gegevens op zorgvuldige wijze had beoordeeld en dat er geen reden was om aan te nemen dat de functionele beperkingen van appellant waren toegenomen. De Raad benadrukte dat de wetgeving vereist dat er sprake moet zijn van een toename van medische beperkingen om recht te hebben op een uitkering, en dat dit in het geval van appellant niet was aangetoond.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van medische informatie door het Uwv en onderstreept het belang van objectieve medische gegevens in het kader van arbeidsongeschiktheid. De Raad wees ook het verzoek om schadevergoeding af, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.