ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1488
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en re-integratievisie na tussenuitspraak
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De Centrale Raad van Beroep heeft op 15 februari 2013 uitspraak gedaan na een tussenuitspraak van 27 april 2012, waarin het Uwv was opgedragen om een gebrek in hun besluit te herstellen. Het bestreden besluit 1, dat de WAO-uitkering van appellante herzag, werd uiteindelijk door de Raad bevestigd, ondanks eerdere twijfels over de medische grondslag. De Raad oordeelde dat de herziening van de WAO-uitkering van appellante met ingang van 1 oktober 2009 rechtens standhoudt, en dat de re-integratievisie op een deugdelijke grondslag berust.
De Raad heeft in zijn beoordeling de rapporten van bezwaarverzekeringsarts W.C. Hovy betrokken, die ter uitvoering van de tussenuitspraak zijn ingediend. Hovy heeft de medische situatie van appellante, inclusief haar psychische en fysieke klachten, grondig onderzocht en geconcludeerd dat de eerder vastgestelde Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) ook op de datum in geding, 1 oktober 2009, niet onjuist was. De Raad heeft de argumenten van appellante, die stelde dat haar gezondheidssituatie was verslechterd, niet kunnen volgen, omdat deze niet relevant waren voor de datum in geding.
De uitspraak van de Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank voor zover deze het beroep tegen het bestreden besluit 1 ongegrond verklaarde, maar bevestigde de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.360,- bedroegen, en werd het griffierecht van € 152,- vergoed.