ECLI:NL:CRVB:2013:BZ1400
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft appellante, een inwoner van Indonesië, verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin haar beroep niet-ontvankelijk werd verklaard vanwege het niet tijdig betalen van het griffierecht. De uitspraak waartegen verzet is ingesteld dateert van 23 augustus 2012, waarin de Raad oordeelde dat het verschuldigde griffierecht van € 35,- niet tijdig was voldaan. Appellante had de mogelijkheid gekregen om het griffierecht binnen vier weken te betalen, maar dit is niet gebeurd.
Bij het verzet heeft appellante stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij op 14 september 2012 een bedrag van € 35,- via Western Union heeft overgemaakt. Echter, deze betaling was niet correct, aangezien alleen de naam van een medewerker van de Raad als begunstigde was vermeld en het bedrag niet bij de Raad is ontvangen. De Raad heeft vastgesteld dat appellante pas na de ontvangst van de uitspraak van 23 augustus 2012 heeft geprobeerd het griffierecht te betalen.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat appellante niet in verzuim is geweest. Het verzet is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en is openbaar uitgesproken op 15 februari 2013.