ECLI:NL:CRVB:2013:BY8299

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-6910 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 januari 2013 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 4 mei 2012. De Raad had het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was bijgeschreven op de rekening van de Raad of ter griffie was gestort. Appellante stelde dat zij het griffierecht contant had betaald via een aangetekende brief op 28 december 2011, maar deze brief was niet door de Raad ontvangen. Tijdens de zitting op 13 december 2012 zijn partijen niet verschenen, en appellante heeft ook geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bij de Marokkaanse posterijen te informeren naar de status van haar betaling. De Raad oordeelde dat er redelijkerwijs niet kon worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim was geweest, en verklaarde het verzet ongegrond. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

11/6910 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 oktober 2011, 10/4339 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B. ] (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 11 januari 2013
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 4 mei 2012 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 4 mei 2012 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 13 december 2012, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 4 mei 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
In het verzetschrift heeft appellante herhaald dat zij het griffierecht bij aangetekend verzonden brief van 28 december 2011 contant heeft betaald.
Vaststaat dat die brief bij de Raad niet is ontvangen.
Ook in verzet heeft appellante geen gebruik gemaakt van de gelegenheid bij de Marokkaanse posterijen te informeren.
In deze omstandigheden kan de Raad niet anders dan het verzet ongegrond verklaren.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2013.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Declare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, 11 janvier 2013.