ECLI:NL:CRVB:2013:BY8297

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-2378 WMO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet ongegrond wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 januari 2013 uitspraak gedaan in het verzet van appellante A. te B. tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 29 augustus 2012. De Raad had het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 13 april 2012 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante had verzet aangetekend, maar is niet verschenen op de zitting van 13 december 2012. De Raad had appellante eerder de gelegenheid gegeven om bijzondere bijstand aan te vragen voor het griffierecht, maar hierop heeft zij niet gereageerd. In het verzetschrift heeft appellante geen verklaring gegeven voor het niet ondernemen van actie. De Raad oordeelde dat het verzet ongegrond was, omdat appellante in verzuim was en er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op 11 januari 2013.

Uitspraak

12/2378 WMO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 13 april 2012, 11/713 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.] (appellante)
Centraal Administratie Kantoor B.V.
Datum uitspraak: 11 januari 2013
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 29 augustus 2012 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 29 augustus 2012 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 13 december 2012, waar partijen - appellante met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 29 augustus 2012 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
De Raad heeft appellante in de gelegenheid gesteld zich te wenden tot het college van burgemeester en wethouders van haar gemeente voor het aanvragen van bijzondere bijstand voor het griffierecht. Appellante heeft daarop niet gereageerd, ook niet nadat zij bij - aangetekend verzonden - brief van 15 juni 2012 opnieuw op de verschuldigdheid van het griffierecht was gewezen.
In het verzetschrift heeft appellante geen verklaring gegeven voor het achterwege blijven van een (re)actie.
Dit betekent dat het verzet ongegrond moet worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2013.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven