ECLI:NL:CRVB:2013:BY8292
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 januari 2013 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 16 december 2011. Het verzet was ingesteld omdat appellant niet in staat was het verschuldigde griffierecht te betalen. De Raad verklaarde het verzet ongegrond, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant had eerder verklaard dat hij financieel niet in staat was om het griffierecht te voldoen, maar later gaf hij aan bereid te zijn om het griffierecht alsnog te betalen. De Raad heeft echter vastgesteld dat de brief waarin appellant in de gelegenheid werd gesteld om het griffierecht te betalen, niet met zekerheid was ontvangen. Desondanks heeft de Raad appellant opnieuw de kans gegeven om het griffierecht te voldoen, maar ook deze termijn is verstreken zonder betaling. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat het verzuim niet aan appellant kon worden tegengeworpen, aangezien hij zelf had verklaard dat er geen sprake meer was van financieel onvermogen. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken.