ECLI:NL:CRVB:2013:BY8290

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-2729 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet ongegrond wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 januari 2013 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 16 september 2011. Het verzet is ongegrond verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet is betaald. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken na de aangetekend verzonden brief van 28 juli 2011 op de rekening van de Raad is bijgeschreven of ter griffie is gestort. De Raad oordeelt dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.

De procedure begon met het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 april 2011. Appellant heeft verzet aangetekend tegen de uitspraak van de Raad van 16 september 2011, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Tijdens de zitting op 13 december 2012 zijn partijen niet verschenen. Appellant had de Raad op de laatste dag van de betalingstermijn, 25 augustus 2011, geïnformeerd over zijn financiële situatie en zijn onvermogen om het griffierecht te voldoen. De Raad heeft appellant vervolgens opnieuw de gelegenheid gegeven om het griffierecht te betalen, maar ook binnen deze termijn is het griffierecht niet voldaan.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing geen aanleiding gezien om appellant te veroordelen in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en is openbaar uitgesproken op 11 januari 2013.

Uitspraak

11/2729 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 april 2011, 10/4125 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B. ] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 11 januari 2013
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 16 september 2011 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 16 september 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 13 december 2012, waar partijen niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 16 september 2011 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 28 juli 2011 gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Uit de gedingstukken blijkt dat appellant de Raad bij brief van 25 augustus 2011, en dus op de laatste dag van de betalingstermijn, heeft bericht dat hij gezien zijn financiële situatie niet in staat is het verschuldigde griffierecht te voldoen. Op deze brief heeft de Raad niet gereageerd.
In deze omstandigheden heeft de Raad aanleiding gezien appellant bij - aangetekend verzonden - brief van 5 juni 2012 opnieuw in de gelegenheid te stellen het griffierecht, binnen acht weken, te voldoen.
De Raad stelt vast dat het griffierecht - ook - binnen deze termijn niet is betaald.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2013.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 11 janvier 2013.