ECLI:NL:CRVB:2013:BY8198
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 januari 2013 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 11 mei 2012. In die uitspraak werd het door appellante ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellante had het griffierecht op 10 april 2012 bijgeschreven, terwijl de termijn voor betaling was verstreken.
Appellante voerde in haar verzetschrift aan dat zij een familielid in Nederland had gevraagd om het griffierecht te betalen. Echter, uit de bijgevoegde stukken bleek dat de betaling op 5 april 2012 was gedaan, wat na de gestelde termijn viel. De Raad oordeelde dat er geen belemmeringen waren voor appellante om tijdig te betalen en dat zij in verzuim was.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. Het bedrag van het te laat betaalde griffierecht, € 112,-, zal door de griffier aan appellante worden terugbetaald. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 11 januari 2013.