ECLI:NL:CRVB:2013:BY8195

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-3268 WUBO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit Sociale verzekeringsbank

Op 11 januari 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingesteld door de gemachtigde van appellant, [K.], tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 2 augustus 2012, waarin het beroep tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 26 maart 2012 niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad had geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend en dat er geen redenen waren om aan te nemen dat appellant niet in verzuim was geweest.

Tijdens de zitting op 13 december 2012 zijn partijen niet verschenen, met uitzondering van de Svb, die voorafgaand aan de zitting had afgemeld. De Raad heeft ambtshalve de ontvankelijkheid van het verzet beoordeeld. Het viel op dat de gemachtigde van appellant geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om binnen de gestelde termijn van vier weken, zoals vermeld in de aangetekende brief van 12 oktober 2012, de gronden van het verzet in te dienen.

De Raad heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat het niet indienen van de gronden aan de gemachtigde van appellant kan worden verweten. Hierdoor concludeerde de Raad dat het verzet niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten van het verzet uit te spreken. De uitspraak werd openbaar gedaan op 11 januari 2013.

Uitspraak

12/3268 WUBO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 17 van de Beroepswet in verband met het geding tussen:
Partijen:
[A. te B.]
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak 11 januari 2013.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 17 van de Beroepswet van 2 augustus 2012 heeft de Raad het namens appellant door [K.] ingestelde beroep tegen het besluit van de Svb van 26 maart 2012 niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 2 augustus 2012 heeft [K.] namens appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 13 december 2012, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 2 augustus 2012 berust op de overwegingen dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
De Raad ziet zich allereerst, ambtshalve, gesteld voor de vraag naar de ontvankelijkheid van het verzet.
De Raad stelt in dat verband vast dat de gemachtigde van appellant geen gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid om binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 12 oktober 2012 gestelde termijn van vier weken de gronden van het verzet in te dienen.
Van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat dit niet aan (de gemachtigde van) appellant kan worden verweten, is niet gebleken.
Dit betekent dat het verzet niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 januari 2013.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven
GdJ