ECLI:NL:CRVB:2013:BY8195
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake besluit Sociale verzekeringsbank
Op 11 januari 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingesteld door de gemachtigde van appellant, [K.], tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 2 augustus 2012, waarin het beroep tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 26 maart 2012 niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad had geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend en dat er geen redenen waren om aan te nemen dat appellant niet in verzuim was geweest.
Tijdens de zitting op 13 december 2012 zijn partijen niet verschenen, met uitzondering van de Svb, die voorafgaand aan de zitting had afgemeld. De Raad heeft ambtshalve de ontvankelijkheid van het verzet beoordeeld. Het viel op dat de gemachtigde van appellant geen gebruik had gemaakt van de mogelijkheid om binnen de gestelde termijn van vier weken, zoals vermeld in de aangetekende brief van 12 oktober 2012, de gronden van het verzet in te dienen.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat het niet indienen van de gronden aan de gemachtigde van appellant kan worden verweten. Hierdoor concludeerde de Raad dat het verzet niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten van het verzet uit te spreken. De uitspraak werd openbaar gedaan op 11 januari 2013.