ECLI:NL:CRVB:2013:906

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
9 juli 2013
Publicatiedatum
9 juli 2013
Zaaknummer
12-2389 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het vertrouwensbeginsel in relatie tot bijzondere bijstand voor de aanschaf van een wasmachine

In deze zaak heeft appellant, A. te B., hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin zijn aanvraag voor bijzondere bijstand voor de aanschaf van een wasmachine was afgewezen. De rechtbank had geoordeeld dat de kosten voor de wasmachine als algemene kosten van bestaan moesten worden aangemerkt, waarvoor geen bijzondere bijstand kon worden verstrekt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant stelde dat hij gerechtvaardigd vertrouwen had ontleend aan de folder 'Brug 2011 Rondkomen in Rotterdam', waarin hij dacht te voldoen aan de criteria voor bijzondere bijstand.

De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 9 juli 2013 behandeld. De Raad oordeelde dat het beroep van appellant op het vertrouwensbeginsel niet slaagde. De folder werd beschouwd als een algemene voorlichtingsfolder van de gemeente Rotterdam, die geen ondubbelzinnige toezegging deed over de toekenning van bijzondere bijstand. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij het beroep van appellant ongegrond was verklaard. De Raad concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de aanvraag voor bijzondere bijstand rechtvaardigden, en dat de criteria in de folder niet van toepassing waren op de aanvraag van appellant.

De uitspraak werd gedaan door mr. E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van griffier Z. Karekezi. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 9 juli 2013. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

Centrale Raad van Beroep
12/2389 WWB
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van
12 april 2012, 11/2974 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (college)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. A.L. Kuit, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld op 28 mei 2013, waar partijen, met bericht, niet zijn verschenen.

OVERWEGINGEN

1.
De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant heeft op 5 februari 2011 bijzondere bijstand aangevraagd ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB), voor zover hier van belang, voor de kosten van de aanschaf van een nieuwe wasmachine.
1.2.
Bij besluit van 8 maart 2011, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 6 juni 2011 (bestreden besluit), heeft het college die aanvraag afgewezen. Daaraan heeft het college ten grondslag gelegd dat de kosten moeten worden aangemerkt als algemene kosten van het bestaan waarvoor, nu niet is gebleken van bijzondere omstandigheden die hiertoe noodzaken, geen bijzondere bijstand kan worden verstrekt op grond van artikel 35, eerste lid, van de WWB. Aan de folder ‘Brug 2011 Rondkomen in Rotterdam’ (Brugboekje) kunnen geen rechten worden ontleend.
2.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3.
Appellant heeft zich in hoger beroep tegen deze uitspraak gekeerd. Appellant heeft ook in hoger beroep aangevoerd dat het Brugboekje bij hem het vertrouwen heeft gewekt dat zijn aanvraag voor toewijzing in aanmerking zou komen. Appellant is van mening dat hij voldoet aan de in het Brugboekje genoemde criteria om voor bijzondere bijstand in aanmerking te komen, omdat hij als 65-plusser een minimumloon ontvangt.
4.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Het geding in hoger beroep is beperkt tot de vraag of appellant aan het Brugboekje het gerechtvaardigde vertrouwen heeft kunnen ontlenen dat hij in aanmerking komt voor bijzondere bijstand voor de kosten van de aanschaf van een wasmachine.
4.2.
De Raad is met de rechtbank van oordeel dat het beroep van appellant op het vertrouwensbeginsel niet slaagt. Het Brugboekje is niet meer dan een algemene, digitale voorlichtingsfolder van de gemeente Rotterdam, waarin schematisch is weergegeven wanneer gezinnen, alleenstaande en ouderen voor overheidsbijdragen in aanmerking kunnen komen. De rechtbank heeft dan ook terecht overwogen dat het Brugboekje geen ondubbelzinnige en ongeclausuleerde toezegging inhoudt dat appellant in aanmerking komt voor bijzondere bijstand voor de kosten van de aanschaf van een wasmachine. Overigens hebben de in het Brugboekje genoemde criteria waarnaar appellant verwijst betrekking op het verkrijgen van een toeslag voor 65-plussers die hem ook is verstrekt.
4.3.
Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt, zodat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt.
5.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van Z. Karekezi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 9 juli 2013.
(getekend) E.C.R. Schut
(getekend) Z. Karekezi
ew