Uitspraak
PROCESVERLOOP
- de Staat met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
BESLISSING
D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 juli 2013.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juli 2013 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep. De niet-ontvankelijkverklaring was gebaseerd op het feit dat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. De Raad had eerder, op 19 maart 2013, geoordeeld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven op de rekening van de Raad of ter griffie was gestort. De appellant had verzet aangetekend, waarbij hij aanvoerde dat de Raad hem had moeten toestaan om bijzondere bijstand aan te vragen voor de kosten van het griffierecht. Hij stelde dat het bedrag van het griffierecht voor iemand met een bijstandsuitkering te hoog was en dat dit het recht op toegang tot de rechter onaanvaardbaar beperkte.
Tijdens de zitting op 27 mei 2013 waren de partijen niet verschenen, met uitzondering van de appellant. De Raad overwoog dat de appellant pas in verzet had aangegeven dat hij bijzondere bijstand wilde aanvragen, en dat dit niet binnen de gestelde termijn was gebeurd. De Raad concludeerde dat er geen grond was om te oordelen dat de appellant redelijkerwijs niet in verzuim was geweest. De Raad benadrukte dat indien een indiener van een beroepschrift binnen de termijn een beroep op betalingsonmacht doet, hij in de gelegenheid wordt gesteld om bijzondere bijstand aan te vragen. In dit geval was er echter geen tijdig beroep op betalingsonmacht gedaan.
De Raad verklaarde het verzet ongegrond en zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 5 juli 2013.