Uitspraak
PROCESVERLOOP
- zonder voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
BESLISSING
D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 juli 2013.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juli 2013 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere niet-ontvankelijk verklaring. De zaak betreft een hoger beroep dat appellant had ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen van 16 oktober 2012. De Raad had eerder, op 5 maart 2013, het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar is niet verschenen op de zitting van 27 mei 2013.
De Raad overweegt dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken na de aangetekende brief van 5 december 2012 is betaald. Appellant heeft in zijn verzetschrift aangevoerd dat de Raad hem had moeten informeren over de mogelijkheid om bijzondere bijstand aan te vragen voor de kosten van het griffierecht. Hij betoogde ook dat het griffierecht voor iemand met een bijstandsuitkering te hoog is, wat de toegang tot de rechter zou beperken. De Raad oordeelt echter dat appellant niet tijdig een beroep op betalingsonmacht heeft gedaan en dat hij niet binnen de gestelde termijn om uitstel van betaling heeft verzocht.
De Raad concludeert dat er geen grond is om te oordelen dat appellant redelijkerwijs niet in verzuim is geweest. De Raad is van mening dat de niet-ontvankelijkverklaring niet disproportioneel is en dat er geen rechtsregel is die de bestuursrechter verplicht om ambtshalve een betrokkene in de gelegenheid te stellen een aanvraag om bijzondere bijstand in te dienen. Het verzet wordt ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.