ECLI:NL:CRVB:2013:801
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 1 februari 1999 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De bijstand werd beëindigd per 1 september 2009 in verband met werkaanvaarding. Naar aanleiding van een anonieme melding dat appellante zou werken, heeft de sociale recherche Twente een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van regelmatige kasstortingen op haar rekening en giften van haar familie. Het college van burgemeester en wethouders van Hengelo heeft daarop besloten de bijstand over de periode van 30 januari 2006 tot en met 31 augustus 2009 in te trekken en de kosten van bijstand tot een bedrag van € 35.955,29 terug te vorderen.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat de rechtbank een onredelijke eis stelt met betrekking tot het bijhouden van een financiële administratie. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet heeft voldaan aan haar inlichtingenverplichting, omdat zij geen openheid van zaken heeft gegeven over haar financiële situatie. De Raad oordeelt dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken en de kosten terug te vorderen, en dat er geen dringende redenen zijn om van deze terugvordering af te zien. De psychische klachten die appellante aanvoert zijn niet onderbouwd en vormen geen grond voor een uitzondering.
De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.