ECLI:NL:CRVB:2013:777
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen van het besluit inzake WIA-uitkering zonder nieuwe feiten of veranderde omstandigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De appellant, A. te B., had een verzoek ingediend bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om terug te komen van een besluit van 20 augustus 2008, waarin hem een IVA-uitkering was toegekend met ingang van 4 april 2006. Appellant stelde dat hij vanaf 1 juli 2003 arbeidsongeschikt was en vroeg om een uitkering vanaf die datum, onderbouwd met een brief van zijn internist. Het Uwv heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat de argumenten van appellant in hoger beroep een herhaling waren van eerdere stellingen en dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de ingediende brief van de internist geen nieuwe informatie bevatte die relevant was voor de beoordeling van de aanspraak op de WIA-uitkering. De Raad concludeerde dat het verzoek om terug te komen van het besluit van 20 augustus 2008 terecht was afgewezen, omdat appellant niet had aangetoond dat er nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren.
De uitspraak benadrukt het belang van het aanleveren van nieuwe informatie in procedures omtrent sociale zekerheidsrecht en bevestigt de rechtskracht van eerdere besluiten indien geen nieuwe relevante feiten worden gepresenteerd. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.