ECLI:NL:CRVB:2013:770
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- K.J. Kraan
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Stopzetting verlofopbouw en vaststelling bezoldiging wegens ziekte met betwisting van beroepsziekte
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. De appellante, een ambtenaar, was sinds 17 november 2007 volledig arbeidsongeschikt door ziekte, waarbij zij een infectie met de parasiet entamoeba histolytica claimde te hebben opgelopen tijdens haar werkzaamheden. De korpschef van de politieregio Rotterdam Rijnmond had de verlofopbouw wegens ziekte stopgezet en de bezoldiging vastgesteld op 90% vanwege de ziekteduur van meer dan 26 weken. Tevens werd het verzoek van appellante om de infectie als beroepsziekte te erkennen afgewezen.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van de korpschef ongegrond verklaard, onder verwijzing naar een deskundigenrapport van dr. P.J.J. van Genderen, die concludeerde dat er geen bewijs was voor de infectie met entamoeba histolytica, maar met entamoeba dispar, een parasiet die niet specifiek aan de tropen is verbonden. De rechtbank oordeelde dat appellante niet had aangetoond dat er een causaal verband bestond tussen haar ziekte en haar beroepswerkzaamheden.
In hoger beroep voerde appellante aan dat de rechtbank buiten de omvang van het geding was getreden en dat de deskundige onvoldoende had onderzocht of zij daadwerkelijk besmet was met entamoeba histolytica. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank terecht de conclusies van de deskundige had betrokken in haar oordeel. De Raad bevestigde dat het aan appellante was om bewijs te leveren voor haar stelling, wat zij niet had gedaan. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.