In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De appellant, een ambtenaar, was afgewezen voor een groepsfunctie op F niveau door de selectieadviescommissie (sac). De Raad heeft in zijn tussenuitspraak van 9 augustus 2012 vastgesteld dat de staatssecretaris ten onrechte had aangenomen dat het oordeel van de sac zorgvuldig tot stand was gekomen. De Raad oordeelde dat er gebreken waren in het advies van de sac en dat de staatssecretaris onvoldoende informatie had ingewonnen over de geschiktheid van de appellant. De Raad heeft de staatssecretaris opgedragen om een nieuw selectiegesprek te houden en een nieuw advies op te stellen. Dit nieuwe gesprek vond plaats op 11 oktober 2012, waarna de sac haar eerdere oordeel handhaafde dat de appellant niet voldeed aan de eisen voor de functie. De staatssecretaris heeft het advies van de sac overgenomen in zijn nieuwe besluit van 19 december 2012. De Raad heeft de terughoudende toetsing toegepast en geoordeeld dat het nieuwe besluit de toetsing kon doorstaan. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit van 26 februari 2010 gegrond verklaard, terwijl het beroep tegen het nieuwe besluit ongegrond werd verklaard. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de kosten van de appellant.