ECLI:NL:CRVB:2013:759
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om toeslag of periodieke uitkering op grond van de Wubo
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2013 uitspraak gedaan in het geding tussen appellant en de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant, geboren in 1946 in het voormalig Nederlands-Indië, had in juli 2011 een aanvraag ingediend voor een toeslag of periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). De aanvraag werd afgewezen door de Pensioen- en Uitkeringsraad, die erkende dat appellant was getroffen door oorlogsgeweld, maar stelde dat er geen blijvende invaliditeit was door dit geweld. Dit besluit werd bestreden door appellant, die in beroep ging tegen de afwijzing.
De Raad heeft het bestreden besluit beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de afwijzing deugdelijk was voorbereid en voldoende gemotiveerd. De Raad baseerde zich op de adviezen van geneeskundig adviseurs, waaronder R.J. Roelofs en A.J. Maas, die beiden concludeerden dat de psychische en lichamelijke klachten van appellant niet in verband stonden met het oorlogsgeweld, maar voortkwamen uit andere oorzaken, zoals affectieve verwaarlozing in zijn jeugd. De Raad oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de juistheid van het standpunt van de Pensioen- en Uitkeringsraad.
Uiteindelijk verklaarde de Centrale Raad van Beroep het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag door de Pensioen- en Uitkeringsraad standhield. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak werd gedaan door R. Kooper, in tegenwoordigheid van griffier T.A. Meijering, en werd openbaar uitgesproken op 27 juni 2013.