ECLI:NL:CRVB:2013:746
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- C.W.J. Schoor
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van reiskosten in het kader van arbeidsongeschiktheidsverzekering
In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Portugal, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam met betrekking tot de vergoeding van reiskosten in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Appellante heeft in 2010 drie keer gereisd van Portugal naar Nederland om zittingen bij de rechtbank bij te wonen en heeft daarnaast een vliegticket geboekt voor een herkeuring door het Uwv in 2011. De totale reiskosten die appellante in beroep claimt bedragen € 2.840,88 voor benzine en € 213,40 voor een vliegticket en treinkaartje, met extra kosten van € 13,40 voor een zitting bij de Raad op 11 november 2011.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat de reiskosten die appellante heeft gemaakt in verband met de procedures bij de rechtbank voor vergoeding in aanmerking komen. De Raad oordeelt dat het Uwv niet kan volhouden dat er op grond van artikel 26 van de WAO geen aanspraak bestaat op vergoeding van deze kosten. De Raad stelt vast dat appellante niet tijdig op de hoogte was van het uitstel van een zitting, wat haar reiskosten heeft beïnvloed. De Raad komt tot de conclusie dat de kosten voor het bijwonen van de drie zittingen in beroep vastgesteld worden op € 1.500,-, terwijl de overige geclaimde kosten niet als redelijkerwijs gemaakt worden aangemerkt.
De Raad beslist dat de totale reiskosten, inclusief de kosten voor de zitting in hoger beroep, worden begroot op € 1.513,40. De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv tot betaling van de proceskosten aan appellante, die in totaal € 2.693,40 bedragen. Deze uitspraak is gedaan door C.W.J. Schoor en is openbaar uitgesproken op 21 juni 2013.