Uitspraak
OVERWEGINGEN
- bevestigt de aangevallen uitspraken;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank 's-Hertogenbosch, die zijn verzoek om kwijtschelding van een renteloze lening, verstrekt op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz), heeft afgewezen. Appellant ontving de lening in 1996, maar door een wijziging in zijn financiële situatie heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard in 2002 de lening vastgesteld op € 95.484,26 en een aflossingsverplichting opgelegd. Appellant heeft in de loop der jaren verschillende verzoeken om uitstel van betaling ingediend, maar het college heeft deze verzoeken afgewezen en de aflossingsverplichting hersteld in 2010. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij niet in staat is om de maandelijkse aflossing van € 495,70 te voldoen, en dat het college wettelijk verplicht is om de schuld kwijt te schelden, gezien de tijd die verstreken is sinds de beëindiging van zijn bedrijf in 2005.
De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de brief van 1 september 2010 geen rechtsgevolg heeft en dat het college het bezwaar tegen deze brief terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Daarnaast heeft de Raad vastgesteld dat appellant voldoende aflossingscapaciteit heeft om de lening terug te betalen, ondanks zijn claims over zijn financiële situatie. De Raad heeft ook opgemerkt dat de beleidsregels van het college met betrekking tot kwijtschelding niet van toepassing zijn op de situatie van appellant. Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraken bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.