ECLI:NL:CRVB:2013:2956
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen Koninklijk besluit met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en ontslag van ambtenaar
In deze zaak heeft verzoekster een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen een Koninklijk besluit van 19 juni 2013, dat betrekking heeft op haar arbeidsvoorwaarden en takenpakket na een ontslag. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 september 2013 heeft verzoekster aangegeven dat zij in afwachting van een medisch onderzoek toestemming wenst om haar werkzaamheden te hervatten, rekening houdend met beperkingen die in overleg met de bedrijfsarts moeten worden vastgesteld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de toezeggingen die door de Kroon zijn gedaan, niet de gevraagde voorziening betreffen, maar wel een mededeling inhouden dat er zo spoedig mogelijk op bezwaar zal worden beslist en dat een bedrag gelijk aan de bezoldiging tot aan de beslissing op bezwaar zal worden betaald. De voorzieningenrechter concludeert dat deze toezeggingen niet voldoende zijn om een proceskostenveroordeling te rechtvaardigen, aangezien het voeren van een procedure niet nodig was om deze toezeggingen te verkrijgen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om de Kroon te veroordelen in de proceskosten van verzoekster afgewezen. De uitspraak is gedaan door C.J. Borman, in tegenwoordigheid van griffier E. Blijleven-de Vries, en is openbaar uitgesproken op 19 december 2013.