ECLI:NL:CRVB:2013:2928
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.G.M. Simons
- H.C.P. Venema
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Compensatie van reistijd als werktijd voor ambtenaren van de Voedsel- en Warenautoriteit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft de compensatie van reistijd als werktijd voor ambtenaren van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA). De appellant, de Minister van Economische Zaken, had een besluit genomen dat de reistijd voor medewerkers van de VWA niet volledig als werktijd werd aangemerkt, wat leidde tot een ongelijkwaardige behandeling van verschillende groepen medewerkers. De rechtbank had het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de opdracht aan de appellant om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De Raad oordeelde dat er geen algemeen verbindend voorschrift was voor de periode van 1 januari 2006 tot 1 januari 2012, waardoor de verschillende behandelingen van medewerkers niet gerechtvaardigd konden worden. De Raad bevestigde dat de appellant compensatie moest verlenen voor de ongelijke behandeling van de voormalige medewerkers van de RVV in vergelijking met nieuwere medewerkers. De Raad vernietigde de besluiten van 19 april 2012 en 16 mei 2012, omdat deze niet in lijn waren met de uitspraak. De Raad droeg de appellant op om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de vastgestelde ongelijkheden en de compensatie van reistijd als werktijd.