ECLI:NL:CRVB:2013:2926
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.G.M. Simons
- H.C.P. Venema
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Compensatie van reistijd als werktijd voor ambtenaren van de Voedsel- en Warenautoriteit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de compensatie van reistijd als werktijd voor ambtenaren van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA). De zaak betreft een geschil tussen de Minister van Economische Zaken en een ambtenaar die werkzaam was bij de VWA. De ambtenaar had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Minister waarin zijn verzoek om compensatie voor reistijd werd afgewezen. De rechtbank Zwolle-Lelystad had eerder het beroep van de ambtenaar gegrond verklaard en de Minister opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
De Raad heeft vastgesteld dat er tussen 1 januari 2006 en 1 januari 2012 geen uniforme reisregeling voor de medewerkers van de VWA was, wat leidde tot ongelijke behandeling van verschillende groepen medewerkers. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de regeling voor de voormalige medewerkers van de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) onterecht was, omdat deze medewerkers niet de volledige reistijd als werktijd mochten aanmerken, terwijl dit voor andere groepen medewerkers wel gold. De Raad heeft de Minister opgedragen om compensatie te verlenen voor de periode waarin de ambtenaar ongelijk werd behandeld.
De Raad heeft de besluiten van de Minister van 19 april 2012 en 16 mei 2012 vernietigd, omdat deze besluiten niet in overeenstemming waren met de uitspraak van de rechtbank. De Raad heeft de Minister opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de ongelijke behandeling van de ambtenaar. De Raad heeft ook overwogen dat de ambtenaar recht heeft op compensatie in de vorm van verlofuren voor de niet als werktijd aangemerkte reistijd, en dat de Minister moet besluiten over eventuele aanspraken op overwerkvergoeding en toelage onregelmatige dienst.