ECLI:NL:CRVB:2013:2925
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.G.M. Simons
- H.C.P. Venema
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Compensatie van reistijd als werktijd voor ambtenaren van de Voedsel- en Warenautoriteit
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:2925, werd het hoger beroep van de Minister van Economische Zaken behandeld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft de compensatie van reistijd als werktijd voor ambtenaren van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA). De rechtbank had geoordeeld dat er sprake was van ongelijke behandeling van medewerkers van de VWA, waarbij voormalige medewerkers van de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) niet de volledige reistijd als werktijd konden aanmerken, in tegenstelling tot andere medewerkers. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat er geen algemeen verbindend voorschrift was voor de periode van 1 januari 2006 tot 1 januari 2012, en dat de verschillende behandelingen van medewerkers niet gerechtvaardigd waren. De Raad vernietigde de eerdere besluiten van de Minister en droeg hem op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij compensatie voor de ongelijke behandeling van de betrokken medewerker moet worden verleend. De uitspraak benadrukt het belang van het gelijkheidsbeginsel in het bestuursrecht en de noodzaak voor een uniforme regeling voor werktijd en reistijd.