ECLI:NL:CRVB:2013:2896
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.G.M. Simons
- H.C.P. Venema
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Compensatie van reistijd voor ambtenaren en ongelijke behandeling binnen de VWA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van de Minister van Economische Zaken tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft de compensatie van reistijd voor ambtenaren van de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA) en de ongelijke behandeling van verschillende groepen medewerkers binnen de VWA. De rechtbank had geoordeeld dat er geen uniforme reisregeling was voor de medewerkers van de VWA en dat er sprake was van ongelijke behandeling tussen voormalige medewerkers van de Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) en de Keuringsdienst van Waren (KvW). De Raad heeft bevestigd dat de regeling die gold voor medewerkers die na 1 januari 2006 in dienst zijn getreden, gunstiger was dan die voor voormalige RVV-medewerkers. De Raad heeft de Minister opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij compensatie moet worden verleend voor de ongelijke behandeling gedurende de periode van 15 februari 2007 tot 1 januari 2012. De Raad heeft ook overwogen dat de besluiten van 19 april 2012 en 9 mei 2012, waarin de Minister de reistijd compenseerde in verlofuren, vernietigd moeten worden. De Raad heeft benadrukt dat de compensatie in tijd moet worden verleend en dat de Minister rekening moet houden met de voorwaarden voor overwerkvergoedingen en toelagen voor onregelmatige diensten. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 13 december 2013.