ECLI:NL:CRVB:2013:2841
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak
Op 13 december 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 11-3634 WWB-V. Deze uitspraak betreft het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 26 maart 2013, waarin het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad heeft de zaak behandeld op de zitting van 22 november 2013, waarbij appellante aanwezig was en het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven niet verschenen was.
De eerdere uitspraak was gebaseerd op de overweging dat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend en dat appellante redelijkerwijs niet in verzuim kon worden geacht. Echter, appellante heeft medische informatie overgelegd die de Raad heeft doen besluiten dat de termijnoverschrijding haar niet kan worden verweten. Dit leidde tot de conclusie dat het verzet gegrond is en dat de eerdere uitspraak van 26 maart 2013 vervalt.
De Raad heeft tevens besloten om het onderzoek voort te zetten in de stand waarin het zich bevond en heeft het college veroordeeld in de proceskosten van het verzet, begroot op € 28,40 aan reiskosten van appellante. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door T.G.M. Simons, met D.W.M. Kaldenhoven als griffier.