ECLI:NL:CRVB:2013:2693

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 november 2013
Publicatiedatum
5 december 2013
Zaaknummer
13-843 WUV-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake griffierecht door de Sociale verzekeringsbank

Op 22 november 2013 deed de Centrale Raad van Beroep uitspraak in een verzetprocedure (zaaknummer 13/843 WUV-V) waarbij het verzet van de appellant ongegrond werd verklaard. De appellant had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 22 januari 2013, maar dit beroep was niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant stelde in verzet dat hij geen griffierecht wilde betalen, omdat hij zich onrechtvaardig behandeld voelde door de regering en de gemeente Brunssum.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de appellant in zijn verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere beslissing. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij indiening van een beroepschrift. De Raad concludeerde dat de appellant in verzuim was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.

De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, onder leiding van voorzitter T.G.M. Simons, met D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De uitspraak werd vastgelegd in een proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, zoals bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Awb. De Centrale Raad van Beroep bevestigde hiermee de eerdere beslissing en verklaarde het verzet ongegrond.

Uitspraak

Datum uitspraak: 22 november 2013
13/843 WUV-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het geding tussen:
Partijen:
[Appellant] te[woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van
22 augustus 2013 heeft de Raad het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb van
22 januari 2013 niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In verzet heeft appellant aangegeven dat hij geen griffierecht wil betalen omdat hij onrechtvaardig is behandeld door de regering en de gemeente Brunssum.
In artikel 8:41, eerste lid, van de Awb is bepaald dat van de indiener van een beroepschrift door de griffier van de Raad een griffierecht wordt geheven. Appellant heeft (ook) in verzet geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons
IvR