ECLI:NL:CRVB:2013:2692

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 november 2013
Publicatiedatum
5 december 2013
Zaaknummer
12-3969 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens te late betaling griffierecht

Op 22 november 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12/3969 WWB-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard vanwege het niet betalen van het griffierecht. De appellant had in een eerdere uitspraak, gedateerd 20 november 2012, de mogelijkheid gekregen om het griffierecht alsnog te betalen binnen een termijn van twaalf weken, maar heeft dit niet gedaan. Tijdens de zitting op 26 april 2013 is besloten het onderzoek te heropenen en de appellant opnieuw de kans te geven om het griffierecht te voldoen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant ook binnen deze nieuwe termijn het griffierecht niet heeft betaald. Er zijn geen feiten of omstandigheden naar voren gekomen die erop wijzen dat de appellant niet in verzuim was. Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 22 november 2013
12/3969 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 30 mei 2012, 12/482 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te[woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 20 november 2012 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
Gelet op het verhandelde ter zitting van 26 april 2013 heeft de Raad aanleiding gezien het onderzoek te heropenen en appellant een nieuwe termijn te geven voor de betaling van het griffierecht. Bij - aangetekend en per gewone post verzonden - brief van 2 mei 2013 is appellant in de gelegenheid gesteld het griffierecht alsnog binnen twaalf weken te voldoen. De Raad stelt vast dat het griffierecht (ook) binnen deze termijn niet is betaald. Van feiten of omstandigheden op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest, is de Raad niet gebleken.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons
IvR