ECLI:NL:CRVB:2013:2676
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Almelo
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De appellant had op 19 april 2013 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, maar het hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard vanwege een niet verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank had op 21 november 2012 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12/359, en de appellant had de termijn van zes weken voor het indienen van het beroepschrift overschreden, zoals voorgeschreven in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De appellant voerde aan dat de uitspraak buiten zijn schuld verkeerd was bezorgd, omdat hij zijn adres had gewijzigd. Echter, de Raad oordeelde dat de appellant geen bewijs had geleverd dat hij zijn adreswijziging tijdig had doorgegeven aan de rechtbank. Het proceskostenformulier dat hij had ingediend, vermeldde zijn oude adres, wat de Raad deed concluderen dat het niet ontvangen van de uitspraak voor risico van de appellant kwam.
Daarnaast bleek dat de appellant, nadat hij in februari 2013 kennis had genomen van de uitspraak, aanvankelijk had berust in de termijnoverschrijding. Pas na een telefoongesprek met de rechtbank besloot hij om hoger beroep in te stellen. De Raad oordeelde dat ook de termijn van twee weken die normaal gesproken wordt gegund om alsnog hoger beroep in te stellen, was overschreden.
Op basis van deze overwegingen concludeerde de Centrale Raad van Beroep dat de termijnoverschrijding voor het indienen van het beroepschrift niet verschoonbaar was en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd in het openbaar uitgesproken.