ECLI:NL:CRVB:2013:2675
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken processueel belang na overlijden appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 november 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 13-1107 WMO-PV. De appellant, die op 8 mei 2013 is overleden, had geen erfgenamen die als partij in het geding zijn opgevolgd en die het hoger beroep wilden voortzetten. Op 16 juni 2013 heeft een gestelde erfgename zich gemeld, maar zij heeft geen verklaring van erfrecht overgelegd, waardoor zij niet als erfgename kon worden aangemerkt. De Raad heeft vervolgens in de Staatscourant opgeroepen voor andere belanghebbenden om zich te melden, maar er heeft zich niemand aangemeld. Hierdoor is het niet gebleken dat er erfgenamen zijn die het geding willen voortzetten.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het processuele belang bij de beoordeling van het hoger beroep is komen te vervallen. Dit betekent dat het ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is vastgelegd in een proces-verbaal van de mondelinge uitspraak. De griffier H.J. Dekker en de voorzitter W.H. Bel hebben de uitspraak ondertekend.