ECLI:NL:CRVB:2013:2643
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering na schending van inlichtingenverplichting door betrokkene met hennepplantage
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsuitkering van betrokkene, die sinds 24 november 2008 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Betrokkene meldde op 28 januari 2011 dat er een hennepplantage in zijn woning was ontdekt en dat hij op korte termijn uit zijn huis zou worden gezet. De gemeente Roerdalen, als appellant, heeft betrokkene uitgenodigd voor gesprekken om meer informatie te verkrijgen over zijn woon- en leefsituatie, maar betrokkene kwam niet opdagen. Hierdoor heeft de gemeente de bijstand opgeschort en later ingetrokken, omdat betrokkene niet voldeed aan zijn inlichtingenverplichting.
De rechtbank Roermond heeft het beroep van betrokkene tegen de intrekking van de bijstand gegrond verklaard, omdat de gemeente onvoldoende onderzoek had gedaan naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de gemeente wel degelijk aan zijn onderzoeksverplichting had voldaan, maar dat de intrekking van de bijstand niet beperkt was tot een bepaalde periode. De Raad concludeerde dat betrokkene de inlichtingenverplichting had geschonden, maar dat na 28 april 2011 geen deugdelijke grondslag meer bestond voor de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak, verklaarde het beroep gegrond en herroept het besluit van 5 juli 2011 voor zover dit ziet op de periode vanaf 29 april 2011. Tevens werd appellant veroordeeld in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep, tot een bedrag van € 944,-.