ECLI:NL:CRVB:2013:2640
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum bijstandsuitkering en bijzondere omstandigheden voor bijstandsverlening
Op 3 december 2013 deed de Centrale Raad van Beroep uitspraak in een hoger beroep betreffende de ingangsdatum van een bijstandsuitkering. De appellant, die als zelfstandige had gewerkt en op 6 oktober 2009 failliet was verklaard, had zich op 14 oktober 2009 gemeld voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB). Het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Veluwerand verleende bijstand met terugwerkende kracht tot 14 oktober 2009, maar de appellant maakte bezwaar tegen deze ingangsdatum. De rechtbank Zutphen verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, waarna hij in hoger beroep ging.
De Raad overwoog dat volgens de WWB bijstand in beginsel niet kan worden verleend over een periode voorafgaand aan de datum waarop de betrokkene zich heeft gemeld om bijstand aan te vragen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. De appellant stelde dat hij al eerder, op 11 maart 2009, een pro-forma aanvraag had ingediend, maar de Raad oordeelde dat deze brief niet had geleid tot een formele aanvraag. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de appellant niet tijdig actie had ondernomen na de ontvangst van een brief van het dagelijks bestuur waarin hij werd gewezen op de procedure voor het aanvragen van bijstand.
De Raad concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beginsel rechtvaardigden. De appellant had niet aangetoond dat hij zich eerder dan op 14 oktober 2009 had gemeld voor bijstand. Het hoger beroep werd afgewezen, en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Tevens werd het verzoek tot schadevergoeding afgewezen, omdat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak werd gedaan door M. Hillen, in tegenwoordigheid van M. Sahin als griffier.