ECLI:NL:CRVB:2013:2612

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 november 2013
Publicatiedatum
28 november 2013
Zaaknummer
13-1342 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet-betaling griffierecht

Op 22 november 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/1342 AOW-V. Deze uitspraak betreft een hoger beroep van een appellant, woonachtig in Marokko, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 januari 2013. De appellant had verzet aangetekend tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep, omdat hij het griffierecht niet had betaald. Tijdens de zitting was er niemand verschenen, en de Raad heeft het verzet ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de appellant geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was. De stelling van de appellant dat hij het griffierecht binnen de gestelde termijn had betaald, werd niet onderbouwd met bewijsstukken. De Raad merkte op dat het griffierecht voor het hoger beroep afzonderlijk moet worden betaald, los van het griffierecht dat mogelijk in de eerdere procedure bij de rechtbank was betaald.

De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om de proceskosten van het verzet te veroordelen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is vastgelegd in een proces-verbaal, ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons en de griffier D.W.M. Kaldenhoven. De uitspraak is gepubliceerd op 29 november 2013 en is toegankelijk via rechtspraak.nl.

Uitspraak

Datum uitspraak: 22 november 2013
13/1342 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 januari 2013, 12/2170 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 23 augustus 2013 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
De Raad is van oordeel dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Appellant heeft zijn stelling dat hij het griffierecht binnen de gestelde termijn heeft betaald niet met stukken onderbouwd. Wellicht doelt appellant op het in beroep bij de rechtbank betaalde griffierecht. Voor het instellen van hoger beroep moet echter afzonderlijk griffierecht worden betaald.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons
IvR

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, 22 novembre 2013.