ECLI:NL:CRVB:2013:2604

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 november 2013
Publicatiedatum
27 november 2013
Zaaknummer
12-5316 AOW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 22 november 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12/5316 AOW-V. Het hoger beroep van appellant, die in Marokko woont, werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het griffierecht niet had betaald. De Raad oordeelde dat appellant in zijn verzet geen relevante feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was. Appellant had aangegeven dat hij geen geld had en dat het moeilijk was om vanuit Marokko geld naar Nederland te sturen. De Raad benadrukte echter dat het de verantwoordelijkheid van appellant was om tijdig te informeren over eventuele problemen met de betaling van het griffierecht, wat hij niet had gedaan. Hierdoor bleef de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep staan. De uitspraak werd gedaan in een enkelvoudige kamer, waarbij de griffier D.W.M. Kaldenhoven aanwezig was. De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellant te veroordelen in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd openbaar gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal.

Uitspraak

Datum uitspraak: 22 november 2013
12/5316 AOW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 juli 2012, 11/4515 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 1 februari 2013 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
Appellant heeft in verzet aangegeven dat hij geen geld heeft en dat het bovendien niet mogelijk is om vanuit Marokko geld naar Nederland te sturen. De Raad is van oordeel dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Indien appellant problemen heeft ondervonden met het betalen van het griffierecht, had het op zijn weg gelegen de Raad hierover tijdig te informeren. Dat heeft hij echter niet gedaan.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

TM

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Declare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, 22 novembre 2013.