ECLI:NL:CRVB:2013:2534
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen eerdere uitspraak inzake niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen besluit Sociale Verzekeringsbank
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 november 2013 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 20 juni 2013. In die eerdere uitspraak werd het bezwaar van appellant tegen een besluit van de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank niet-ontvankelijk verklaard. Appellant had verzet aangetekend, vertegenwoordigd door mr. R.M. Prins, advocaat. De Raad heeft in het verzet een nader stuk ontvangen, een e-mail van 9 juli 2013 van een maatschappelijk werker, waarin een verklaring werd gegeven die de Raad deed concluderen dat de termijnoverschrijding voor het indienen van bezwaar verschoonbaar was. Dit leidde tot de conclusie dat de eerdere uitspraak van 20 juni 2013 niet op de juiste gronden was genomen. De Raad heeft daarom het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons en griffier D.W.M. Kaldenhoven.