ECLI:NL:CRVB:2013:2530
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- K.J. Kraan
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Onvoorwaardelijk strafontslag wegens ernstig plichtsverzuim door het in werking hebben van een hennepplantage en vervalsing van documenten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam. De appellant, werkzaam bij de gemeente Amsterdam, was onvoorwaardelijk ontslagen wegens zeer ernstig plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim bestond uit het in werking hebben van een hennepplantage en het vervalsen van een werkgeversverklaring en twee salarisstroken. De appellant had deze vervalsingen gepleegd om in aanmerking te komen voor een huurwoning die hij met zijn reguliere salaris niet kon betalen.
De Raad oordeelde dat de verklaring van de appellant tijdens het politieonderzoek, waarin hij zijn betrokkenheid bij de vervalsingen erkende, als betrouwbaar moest worden beschouwd. De Raad wees de argumenten van de appellant af, waaronder de stelling dat hij onder druk had gehandeld en dat een andere persoon, genaamd K., verantwoordelijk was voor de vervalsingen. De Raad concludeerde dat er geen bewijs was voor deze claims en dat de eerdere verklaringen van de appellant en zijn neef S. niet geloofwaardig waren.
De Raad benadrukte dat in het ambtenarentuchtrecht niet de strafrechtelijke vervolging, maar de vaststelling van plichtsverzuim centraal staat. Het college had het plichtsverzuim terecht als een ernstige integriteitsschending aangemerkt, die het vertrouwen in de appellant onherstelbaar had geschaad. De Raad bevestigde de beslissing van het college om de appellant onvoorwaardelijk te ontslaan, en oordeelde dat de opgelegde straf niet onevenredig was aan de aard en ernst van het plichtsverzuim. De uitspraak van de voorzieningenrechter werd bevestigd.