ECLI:NL:CRVB:2013:2517
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- K.J. Kraan
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Intrekking van toeslag op basis van de Inconveniëntenregeling Tweede Kamer der Staten-Generaal
In deze zaak gaat het om de intrekking van een toeslag die aan appellante, werkzaam als commissie-assistent bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal, was toegekend op basis van de Inconveniëntenregeling. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, die het beroep van appellante tegen het besluit van de Griffier ongegrond had verklaard. De Griffier had de toeslag ingetrokken omdat appellante niet langer werkzaam was in een vergadergebonden functie, zoals vereist door de regeling. De Raad verwijst naar eerdere besluiten en regelgeving die de basis vormen voor de intrekking van de toeslag. Appellante stelt dat de intrekking in strijd is met een toezegging die haar zou zijn gedaan in een eerder besluit. De Griffier betwist dit en verwijst naar een convenant dat de voorwaarden voor dergelijke toezeggingen vastlegt. De Raad oordeelt dat er geen sprake is van een ondubbelzinnige toezegging die appellante gerechtvaardigde verwachtingen heeft gewekt. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een vergoeding van proceskosten.