ECLI:NL:CRVB:2013:2359
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht in WAO-V zaak
Op 8 november 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13/1173 WAO-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad van 26 juli 2013, waarin het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard. De reden voor deze niet-ontvankelijkheid was dat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald, zoals vereist in de aangetekende brief van 11 april 2013. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.G. van den Heuvel, heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak.
De Raad heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden van het geval. Na het verzet heeft appellante alsnog het griffierecht voldaan, wat tijdig is gebeurd. Hierdoor heeft de Raad geoordeeld dat het verzet gegrond is. De eerdere uitspraak van 26 juli 2013 vervalt, en het onderzoek in de zaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond. Tevens heeft de Raad het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) veroordeeld tot betaling van de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 236,- voor verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 8 november 2013.