ECLI:NL:CRVB:2013:2348
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar in ambtenarenrechtelijke context
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 november 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De zaak betreft de niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaar van betrokkene, die als reservist bij de krijgsmacht was aangesteld. Betrokkene was op 19 november 2010 uitgesloten van deelname aan een schietcursus georganiseerd door de Nederlandse Reservisten Federatie Krijgsmacht (NRFK). Hij maakte bezwaar tegen deze uitsluiting, maar het bezwaar werd door de Minister van Defensie niet-ontvankelijk verklaard, omdat betrokkene volgens de Minister niet in zijn rechtspositionele belangen was geraakt.
De rechtbank heeft het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, waarbij de rechtbank oordeelde dat het wegzenden van betrokkene een handeling van de Minister was die hem rechtstreeks in zijn belangen als ambtenaar raakte. De Minister heeft vervolgens een nieuw besluit genomen, waarin het bezwaar van betrokkene opnieuw ongegrond werd verklaard. In hoger beroep heeft de Raad de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat het wegzenden van betrokkene door de NRFK geen handeling van een bestuursorgaan was, en dat de Minister geen zeggenschap had over deze beslissing.
De Raad heeft vastgesteld dat het wegzenden van betrokkene niet gelijkgesteld kan worden met een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor was de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar door de Minister terecht. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van betrokkene ongegrond verklaard. Tevens is het nieuwe besluit van 18 januari 2012 vernietigd, omdat dit besluit geen grondslag meer had in het licht van de uitspraak van de Raad. De Raad heeft geen inhoudelijk oordeel gegeven over de rechtmatigheid van het wegzenden, aangezien dit een privaatrechtelijke kwestie betreft tussen betrokkene en de NRFK, waarvoor de burgerlijke rechter bevoegd is.