ECLI:NL:CRVB:2013:2230
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-in behandeling name van een aanvraag om bijstand op basis van onvoldoende verstrekte informatie
In deze zaak heeft appellante op 20 mei 2009 een aanvraag ingediend voor bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Deze aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat appellante niet alle gevraagde informatie had verstrekt. Op 7 maart 2011 diende appellante een nieuwe aanvraag in, maar ook deze werd niet in behandeling genomen omdat zij niet voldeed aan de informatieverplichtingen. Het college van burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage verzocht appellante om aanvullende gegevens, maar zij voldeed niet aan deze verzoeken. De rechtbank 's-Gravenhage verklaarde het beroep tegen het besluit van het college ongegrond, omdat appellante onvoldoende bewijs had geleverd van haar financiële situatie en de herkomst van haar inkomsten. Appellante ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellante in hoger beroep enkel de gronden herhaalde die zij eerder had aangevoerd, zonder nieuwe argumenten te presenteren die het oordeel van de rechtbank konden ondermijnen. De Raad concludeerde dat het college terecht de aanvraag om bijstand niet in behandeling had genomen, omdat appellante niet de benodigde informatie had verstrekt. De beslissing van het college om de aanvraag buiten behandeling te stellen was rechtmatig en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 29 oktober 2013.