ECLI:NL:CRVB:2013:2221
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht. De appellant ontving sinds 10 juli 2009 bijstand op grond van de Wet werk en bijstand, maar er ontstond onduidelijkheid over zijn woonsituatie. Het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade had op basis van meldingen van de verhuurder en andere betrokkenen een onderzoek ingesteld naar de woon- en leefsituatie van de appellant. De appellant heeft meerdere keren niet op uitnodigingen gereageerd en is niet verschenen op afspraken om zijn situatie toe te lichten.
Het college heeft uiteindelijk de bijstand van de appellant met ingang van 21 mei 2010 ingetrokken, omdat hij niet voldoende informatie had verstrekt over zijn woonsituatie, wat een schending van de wettelijke inlichtingenverplichting betekende. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de Raad de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat de onderzoeksbevindingen van het college voldoende grondslag bieden voor de intrekking van de bijstand. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet in staat is geweest om zijn woonsituatie duidelijk te maken, en dat hij niet is verschenen op de afspraken die hem zijn aangeboden.
De Raad heeft het hoger beroep van de appellant afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.