ECLI:NL:CRVB:2013:2219
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.C.R. Schut
- P.J.M. Crombach
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand op basis van onvolledige inlichtingen en twijfel over woonsituatie
In deze zaak heeft appellante op 19 april 2011 een aanvraag ingediend voor bijstand op basis van de Wet werk en bijstand. Na een gesprek en een huisbezoek op 20 april 2011, heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam op 3 mei 2011 de aanvraag afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de bevindingen van het huisbezoek en het feit dat appellante onvolledige inlichtingen had verstrekt. Het college concludeerde dat er twijfel bestond over de woonsituatie van appellante, die niet kon worden weggenomen door de door haar verstrekte informatie.
Appellante heeft tegen deze afwijzing bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde dit bezwaar ongegrond op 10 juni 2011. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep tegen dit besluit op 4 oktober 2011 ongegrond verklaard. Appellante ging in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep, waarbij zij aanvoerde dat de rechtbank niet had gereageerd op haar argument dat de feitelijke woonsituatie niet correct was vastgesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de onderzoeksbevindingen van het college voldoende grondslag boden voor de conclusie dat appellante niet alleen woonde. De Raad oordeelde dat appellante niet had voldaan aan haar verplichting om volledige en juiste informatie te verstrekken, wat leidde tot de afwijzing van haar aanvraag. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.