ECLI:NL:CRVB:2013:2002
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontheffing van arbeidsverplichtingen en deelname aan sociaal activeringstraject
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond. Appellante, die bijstand ontvangt op basis van de Wet Werk en Bijstand (WWB), had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Roermond. Dit besluit verleende appellante ontheffing van haar arbeidsverplichtingen tot het volgende heronderzoek, maar legde haar ook de verplichting op om deel te nemen aan een sociaal activeringstraject van 40 uur per week.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard. Appellante had aangevoerd dat zij door lichamelijke klachten niet in staat was om aan het sociaal activeringstraject deel te nemen. Echter, de Raad oordeelde dat appellante geen medisch verifieerbare gegevens of tegenadvies had ingebracht die de conclusie van de rapportage van Arbo Unie, waaruit bleek dat zij 100% arbeidsgeschikt was, konden weerleggen.
De Raad concludeerde dat het college zich terecht had gebaseerd op de rapportage van de deskundigen en dat de informatie van de huisarts van appellante niet voldoende was om de conclusies van de rapportage te ontkrachten. Het hoger beroep van appellante werd dan ook afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en de beslissing is vastgelegd in een proces-verbaal.