Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 944,-;
- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 454,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan een betrokkene die in 2000 vanuit Afghanistan naar Nederland was gekomen. De betrokkene had zich op 6 oktober 2008 ziek gemeld na een auto-ongeval, met nek- en rugklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had vastgesteld dat de betrokkene met ingang van 4 oktober 2010 recht had op een WGA-uitkering, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid op 48% was vastgesteld. Dit besluit werd door de rechtbank 's-Hertogenbosch vernietigd, omdat de rechtbank oordeelde dat de betrokkene recht had op een WGA-uitkering van 80 tot 100% op basis van de beschikbare medische gegevens en de arbeidskundige onderbouwing.
In hoger beroep heeft het Uwv betoogd dat de rechtbank ten onrechte de functies van medewerker klantenservice en teamondersteuner had verworpen, omdat de betrokkene de Nederlandse taal voldoende zou beheersen. De Raad heeft echter vastgesteld dat de betrokkene de Nederlandse taal op eenvoudig niveau beheerst, maar niet voldoende voor de functies A en C, die hogere eisen stellen aan de beheersing van de taal. De Raad heeft de argumenten van het Uwv verworpen en bevestigd dat de functies niet geschikt zijn voor de betrokkene, omdat hij niet voldoet aan de taaleisen die aan deze functies worden gesteld.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene, die zijn begroot op € 944,-. De uitspraak benadrukt het belang van een adequate beoordeling van de geschiktheid van functies in relatie tot de arbeidsongeschiktheid en de vereiste vaardigheden, zoals de beheersing van de Nederlandse taal.