Uitspraak
mr. Van der Torn verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. F.A. Put.
OVERWEGINGEN
16 februari 2011 in twijfel te trekken. De rechtbank acht het verzekeringsgeneeskundig onderzoek naar de medische beperkingen van appellant door het Uwv voldoende inzichtelijk en toereikend gemotiveerd.
16 januari 2012 overgelegd. Deze nadere toelichting heeft de rechtbank toereikend geacht. Met de arbeidskundige rapporten van 13 december 2010, 14 september 2011 en
16 januari 2012, gelezen in samenhang met de verzekeringsgeneeskundige rapporten en de voorliggende gegevens uit het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS), acht de rechtbank voldoende gemotiveerd dat de drie voorgehouden functies in overeenstemming zijn met de belastbaarheid van appellant zoals omschreven in de FML.
18 december 2012 en een tweetal brieven van respectievelijk 14 december 2012 en
2 januari 2013 aan en van H.M.H.J. Meertens, psychiater werkzaam bij Altrecht geestelijke gezondheidszorg, ingezonden.
1 februari 2013 gereageerd op de stelling van appellant dat in de FML onvoldoende beperkingen zijn opgenomen in verband met de psychische problemen van appellant. Zij heeft opgemerkt dat de door de primaire verzekeringsarts ingeschakelde psychiater R.L. Leta op
10 februari 2010 een onderzoek heeft verricht en dat deze aantoonbaar kennis heeft genomen van de destijds meegestuurde informatie van Altrecht. Tegen de achtergrond van de onderzoeksbevindingen en de beargumenteerde conclusie van Leta, die voor haar inzichtelijk en plausibel zijn, heeft de bezwaarverzekeringsarts geen aanleiding gezien om het eerder ingenomen standpunt te wijzigen dat er gezien het ontbreken van een psychiatrische stoornis in engere zin geen duidelijke beperkingen zijn aan te geven. Voorts heeft zij erop gewezen dat psychiater Meertens in de brief van 2 januari 2013 in feite aangeeft onder meer door taalproblemen geen adequate diagnose te kunnen stellen en dat op zijn minst gesteld kan worden dat Meertens eraan twijfelt of er geen secundaire ziektewinst bij appellant aan de orde is. Terecht heeft de bezwaarverzekeringsarts de informatie van Meertens (in belangrijke mate) gebaseerd geacht op subjectieve gegevens in plaats van op geobjectiveerde onderzoeksbevindingen. Ook in het ingezonden huisartsenjournaal heeft zij geen aanleiding hoeven zien voor het aannemen van meer beperkingen.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.