ECLI:NL:CRVB:2013:1877
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- K. Wentholt
- B.W.N. de Waard
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na auto-ongeluk met voldoende medische en arbeidskundige onderbouwing
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die na een auto-ongeluk op 5 mei 2007 op 20 juni 2008 ziek meldde met zowel fysieke als psychische klachten. Appellant diende op 15 maart 2010 een aanvraag in voor een uitkering op basis van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv concludeerde op 11 mei 2010 dat appellant per 18 juni 2010 geen recht had op een WIA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Dit besluit werd in een beslissing op bezwaar van 8 november 2010 bevestigd.
Appellant stelde in beroep dat zijn beperkingen te licht waren ingeschat en dat er een urenbeperking moest worden vastgesteld op basis van zijn psychische klachten, waaronder een depressieve stoornis en PTSS. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarbij zij de conclusies van de bezwaarverzekeringsarts onderschreef. De rechtbank oordeelde dat de medische gegevens geen aanleiding gaven om aan de conclusie van de bezwaarverzekeringsarts te twijfelen en dat de geduide functies geschikt waren voor appellant, ondanks zijn gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn gronden, maar de Centrale Raad van Beroep onderschreef het oordeel van de rechtbank. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de medische en arbeidskundige onderbouwing van het bestreden besluit. De Raad bevestigde dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende rekening had gehouden met de beperkingen van appellant en dat de geduide functies passend waren. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.