ECLI:NL:CRVB:2013:185

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 maart 2013
Publicatiedatum
1 mei 2013
Zaaknummer
12-4899 WMO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen uitspraak van de Raad van 30 januari 2013 inzake sociale zekerheidswetgeving

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 maart 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda van 31 juli 2012. De zaak betreft een verzet dat is ingediend door mr. T.W. Franssen, advocaat, namens het college van burgemeester en wethouders van Breda en de Commissie Sociale Zekerheid van Breda. De Raad heeft de uitspraak van 30 januari 2013 vernietigd, omdat deze niet in overeenstemming was met artikel 6:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter had terecht geoordeeld dat het beroep ook betrekking had op het primaire besluit van 20 juli 2012. Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard en werd de eerdere uitspraak van de Raad vervallen verklaard. Het onderzoek in de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond, zonder dat er een beslissing hoeft te worden genomen op het bezwaar van appellante tegen het besluit van 20 juli 2012. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.

Uitspraak

12/4899 WMO-V, 12/4900 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda van 31 juli 2012, 12/3446 en 12/3447 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Breda (college) en de Commissie Sociale Zekerheid van Breda (commissie)

PROCESVERLOOP

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet van 30 januari 2013 heeft de Raad - voor zover nu van belang - de aangevallen uitspraak vernietigd.
Tegen de uitspraak van de Raad van 30 januari 2013 heeft mr. T.W. Franssen, advocaat, namens het college en de commissie verzet gedaan.

OVERWEGINGEN

De uitspraak van de Raad van 30 januari 2013 is niet in overeenstemming met artikel 6:20, derde lid, van de Awb. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het beroep mede betrekking heeft op het alsnog genomen - primaire - besluit van 20 juli 2012.
Dit betekent dat het verzet gegrond wordt verklaard, de uitspraak van de Raad van 30 januari 2013 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor de goede orde wijst de Raad er nog op dat - dus - niet hoeft te worden beslist op het bezwaar(schrift) van appellante tegen het besluit van 20 juli 2012.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van
D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
8 maart 2013.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven

NW