ECLI:NL:CRVB:2013:1807
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J. Kraan
- H.L.C. Hermans
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens ernstig plichtsverzuim van een ambtenaar en schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 september 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die onvoorwaardelijk ontslag had gekregen van het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Oost van de gemeente Amsterdam. De Raad oordeelde dat appellant voor zijn afwezigheid op drie data geen voldoende aannemelijke verklaring had gegeven, waardoor het dagelijks bestuur deze afwezigheid als plichtsverzuim mocht aanmerken. Daarnaast concludeerde de Raad dat appellant structureel meer gewerkte cursus- en overuren in de administratie had verwerkt dan waarop hij recht had, wat ook als ernstig plichtsverzuim werd aangemerkt. Verder was het appellant zonder toestemming van het bestuur niet toegestaan om een nieuwe opleiding te starten, wat eveneens als plichtsverzuim werd beschouwd. De Raad oordeelde dat de straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig was aan het gepleegde plichtsverzuim, gezien de zelfstandige functie van appellant en de eisen van integriteit die aan hem werden gesteld.
De rechtbank had eerder het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, maar hem wel een schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaar- en beroepsfase. De Raad bevestigde dit oordeel, maar vernietigde de aangevallen uitspraak voor zover het bestreden besluit niet was vernietigd. De Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen van dat besluit in stand. Tevens werd het dagelijks bestuur veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan appellant. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met K.J. Kraan als voorzitter.