ECLI:NL:CRVB:2013:1800
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstands kosten en niet-ontvankelijkheid beroep door termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Het betreft een terugvordering van bijstands kosten door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011, tot een bedrag van € 12.163,99. Appellante heeft tegen het besluit van het college beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft dit beroep niet-ontvankelijk verklaard vanwege termijnoverschrijding. De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, ondanks de argumenten van appellante dat zij in een psychose verkeerde en dat haar gemachtigde, H.R. Bouwsma, door drukte het beroepschrift te laat had ingediend.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat de omstandigheden van haar psychische gesteldheid een uitzondering op de vaste rechtspraak rechtvaardigen. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat de verantwoordelijkheid voor de tijdige indiening van een beroepschrift bij de betrokkene ligt. De Raad heeft vastgesteld dat appellante zorg heeft gedragen voor de behartiging van haar belangen door een gemachtigde in te schakelen. De Raad heeft ook benadrukt dat het handelen van de gemachtigde voor rekening en risico van appellante komt, ongeacht haar persoonlijke omstandigheden.
De Raad heeft geconcludeerd dat de rechtbank terecht het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, waarmee de terugvordering van de bijstands kosten door het college gehandhaafd blijft.