ECLI:NL:CRVB:2013:1763
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op WIA-uitkering en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de afwijzing van een WIA-uitkering aan appellant. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij de Raad de overwegingen van de rechtbank volledig onderschrijft. Appellant had in 2010 een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, maar het Uwv concludeerde dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat zijn medische situatie, met name zijn sarcoïdose, niet correct is beoordeeld en dat hij niet in staat is om te werken.
De Raad heeft vastgesteld dat er in hoger beroep geen nieuwe objectieve medische gegevens zijn ingediend die een ander oordeel over de belastbaarheid van appellant zouden rechtvaardigen. De rechtbank had eerder al geconcludeerd dat het Uwv voldoende zorgvuldig onderzoek had verricht naar de beperkingen van appellant en dat zijn klachten niet waren onderschat. De Raad heeft ook het verzoek van appellant om een deskundige te laten getuigen afgewezen, omdat er geen twijfel bestond over de medische beoordeling door het Uwv.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische gegevens in het proces van beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de rol van de bestuursrechter in het inschakelen van deskundigen.